Wat is microlearning en hoe pas je het goed toe?

Blog / Nieuws | 07-06-23

Microlearning betekent leren in korte intervallen. Dat klinkt makkelijker dan het is. Want het houdt niet in dat je een hoofdstuk voor de helft leest en volgende week pas weer verder gaat. Hoe zet je het wél goed in en faciliteer je effectief microlearning voor medewerkers?

Waarom microlearning?

Hoeveel zin heb jij om een dik boek of ellendig lange e-learning in één keer door te bladeren of te klikken? En wanneer gaat dat in je planning passen? Lange leermodules zijn demotiverend, vermoeiend en vaak saai. 

Uit de neurowetenschap blijkt dat het fijner en effectiever is om regelmatig in korte intervallen te leren, dan om uren achtereen naar je lesmateriaal te staren. Korte, bite-size modules zijn gemakkelijker te consumeren. Je hoeft er niet tegenop te zien, maar kunt het vaak éven tussendoor’ doen. Daarnaast is het makkelijker om de modules vaker te herhalen (i.p.v. een eenmalige lange sessie). Herhaling helpt om kennis en competenties van het korte- naar het langetermijngeheugen te brengen, omdat je de aanwezige kennis steeds actief opgraaft (recall), versterkt en aanvult. Zo faciliteer je kennisborging en retentie. Het motiveert meer, en je houdt mensen beter betrokken (learner engagement). Mits je het goed inricht uiteraard. 

Hoe richt je het in?

Microlearning pas je goed toe als de leermodule op zichzelf staat en zich ervoor leent om in korte intervallen te leren. Kort en to the point, zodat alle informatie van begin tot eind doorlopen wordt in één korte leersessie. Je moet dus niet uitwijken naar allerlei zijstraatjes die ook vaag wat met het onderwerp te maken hebben. Blijf bij het hoofdonderwerp en houd het leerdoel voor ogen. De kunst van het schrappen is hierbij belangrijk: beperk de module tot cruciale kennis en competenties.

Je kunt ook doorslaan in beknopt zijn. Korte leermodules hebben pas zin als mensen het in de juiste context kunnen plaatsen, zodat helder is waar en wanneer ze het moeten toepassen. Dus niet slechts één module over één grammaticaregel, maar meerdere korte modules over grammatica die samen in een groter geheel passen (een taalcursus). Daarnaast is enige afwisseling in de leerstof fijner dan steeds exact dezelfde informatie te moeten herhalen. Dit kun je bereiken door variatie aan te brengen in de manier waarop je lesstof presenteert. Bij microlearning gaat de gedachte namelijk al snel naar e-learning. Maar microlearning kun je op talloze manieren bewerkstelligen. Denk aan (interactieve) infographics, korte video’s, vraaggestuurd leren, etc.. 

Over de lengte van een ‘leersessie’ wordt overigens flink gediscussieerd. Met gemiddeld 10 tot 15 minuten per sessie zit je goed. Maak geen modules korter dan 5 minuten, dan wordt het té gefragmenteerd en loop je kans dat het voor mensen te moeilijk is om binnen de context te plaatsen.

‘Complex branching scenarios’

Dat het korte modules betreft, wil niet zeggen dat het oppervlakkig is. Je hebt dat helemaal zelf in de hand. Zo heb je bijvoorbeeld complex branching scenario’s. Dit zijn modules opgezet als case: een reëel praktijkscenario. De cursist moet middels probleemoplossend vermogen en besluitvaardigheid een reëel scenario doorlopen. Iedere keuze heeft consequenties. Dit creëert betrokkenheid en het maakt de korte leermodule ontzettend relevant voor de cursist die de touwtjes in handen krijgt. Daarnaast is het een ideale manier om iemand klaar te stomen voor praktijksituaties. Meer over het gebruik van casuïstiek in leermodules lees je hier.

Mobile learning

Om de voordelen van microlearning optimaal te benutten, is mobile learning ideaal. Leren op je smartphone (of tablet) dus. Leermodules moeten daarvoor geschikt zijn en beschikbaar zijn als of binnen een mobiele applicatie. Als dat het geval is, kun je leren waar en wanneer je wilt. Dat maakt het mogelijk om ‘even tussendoor’ een leermodule te maken. Dat maakt microlearning-modules onwijs efficiënt en effectief.

Tijd is geld

Microlearning, zeker i.c.m. mobile learning, kan je extra veel tijd besparen. Want bedenk je eens wat het kost om alle medewerkers een dag naar een training te sturen, in vergelijking met korte leermomenten die tussen de bedrijven door kunnen worden gedaan? Het tijdsaspect speelt vooral in het werkende leven. Mensen hebben het nu eenmaal druk. Zij hebben (of krijgen…) geen tijd om lange e-learning-modules door te akkeren. Bovendien willen ze vaak liever ‘gewoon werken’. Leermomenten moeten dus kort en effectief zijn, anders past het niet in de drukke werkschema’s. Wachtend op de bus, in de trein of in een loos kwartiertje tussen vergaderingen in. 

Afwisselen

Klinkt goed. Moet je dan altijd voor alles microlearning toepassen? Er zijn uiteraard nog talloze andere goede leermethodes en uiteindelijk is het leereffect het grootst als je inhoud en methodes afwisselt (blended learning). Bij complexe en grootse leertrajecten op de zeer lange termijn wil je misschien afwisselen met praktijktrainingen en live discussies. Een micropracticum wordt wellicht wat ingewikkeld, dus wissel dit soort trainingen lekker af met online microlearning modules. De meest cruciale informatie die beslist geborgd moet worden, vat je in microlearnings die geregeld herhaald en zo verankerd worden. De rest breng je onder in andere leermethodes, die elkaar aanvullen. 

Daarom microlearning

Kortom, als je de kunst van het schrappen weet te beheersen, kun je korte en effectieve leermodules maken per onderwerp, die men in regelmatige intervallen kan herhalen. Dit helpt om kennis te borgen op de lange termijn. Houd de leercontent afwisselend en dichtbij de praktijk, dat draagt nóg meer bij aan de betrokkenheid en motivatie van degenen die moeten leren.